Hoe relevant is traditionele tv nog?…

De traditionele manier van televisiekijken is aan het veranderen. Meer dan de helft van de Nederlanders is nog wel geabonneerd op één of meerdere streamingdiensten, maar het aantal kijkers naar de ‘Staatsomroep’ NPO en de overige ouderwetse TV zenders nemen gestaag af.

Waarschijnlijk is het publiek de avond aan avond terugkerende mensen die dezelfde vooringenomen meningen communiceren zo langzamerhand helemaal zat. Het lijkt erop dat de publieke omroepen steeds verder weg komen te staan van de ‘gewone burger’ en zich voornamelijk bezig houden met het verspreiden van meningen die goed worden gevonden door de zittende macht. En dat is misschien niet zo gek als je bedenkt dat de NPO van de overheid zo’n 2,5 miljoen subsidie per dag ontvangt en zonder deze subsidie helemaal niet meer zou kunnen bestaan.

Omroepen die zich binnen het bestel niet aan de meningen van de regeringspartijen conformeren staan zwaar onder druk. Ongehoord Nederland is het beste voorbeeld. Ze worden veroordeeld tot het betalen van boetes en zelfs bedreigt met verwijdering uit het door de burgers betaalde bestel omdat ze niet verkondigen wat de regeringspartijen willen horen.

Maar de TV kijkers wordt niks gevraagd. Daar waar de moderne TV kijkers snakken naar een objectief geluid worden ze dagelijks geconfronteerd door het eenzijdige geluid van de Staat en is het niet vreemd dat er steeds meer TV kijkers afhaken. Want als Nederlanders iets belangrijk vinden dan is het wel de vrijheid van meningsuiting. Daar vechten we immers al meer dan vierhonderd jaar voor. En die vrijheid van meningsuiting betekend ook dat iedereen aan bod moet komen.

De streamingdiensten varen wel bij deze ontwikkelingen. Dat doen ze door een programmering te bieden met een breed scala aan internationale shows en films en vooral weg te blijven van politiek beladen onderwerpen.

Vooral dertigers streamen

Vooral dertigers maken volop gebruik van streamingdiensten: bijna twee op de drie (64,2%) heeft een of meerdere streamingabonnementen. Deze generatie, die volwassen werd in het digitale tijdperk, ziet duidelijk de voordelen van het gemak en de flexibiliteit die streaming biedt. Bij de oudere generaties is streaming minder populair, waarschijnlijk omdat ze minder vertrouwd zijn met de technologie. Bij de 18- tot 30-jarigen is het gebruik van streamingdiensten ook iets minder wijdverspreid, mogelijk door beperkingen in hun budget en door andere interesses die horen bij hun leeftijd.

Hoe relevant is traditionele tv nog?

Deze veranderende consumptietrends en de geluiden uit de maatschappij roepen steeds meer vragen op over de financiering en relevantie van de publieke omroep. Terwijl steeds meer consumenten overschakelen naar streamingdiensten en andere digitale media, wordt het vraagstuk rondom de financiering en de kwaliteit van de content van de publieke omroep steeds urgenter.

Het nieuws gaat door digitale en interactieve media steeds sneller en consumenten raken steeds meer gewend aan het vormen van een eigen mening i.p.v. het spoorslags overnemen van wat de traditionele media publiceren.

Ergens in de jaren tachtig, voor de komst van het internet, introduceerde ITT de GoudenGids op televisie. Een nieuw interactief medium waarbij consumenten zelf via de afstandsbediening dingen konden opzoeken op TV. Het bleek een totaal fiasco omdat mensen gewend waren om in het boek te kijken om dingen op te zoeken. De verklaring van ITT was dat het nog te vroeg was voor deze nieuwe technologie.

Inmiddels zijn we een paar generaties verder en kunnen we ons afvragen of traditionele TV nog relevant is. Het is duidelijk dat technologie en consumentenvoorkeuren de entertainmentindustrie snel veranderen. De financiering van publieke omroepen dient in overeenstemming te zijn met de consumptiegewoonten van de belastingbetalers en de kwaliteit van de geboden programma’s. En dat is het allang niet meer.

Bronnen: Slimster, SKO